Moet de VREG vrezen voor zijn autonomie?

Door Andries Gryffroy op 11 juni 2015, over deze onderwerpen: Energie

Tijdens de plenaire vergadering van 10 juni 2015 kaartte ik de problematiek rond de onafhankelijkheid van de VREG (de Vlaamse energieregulator) aan.  Ik stelde een actuele vraag om na te gaan of de vrees van de VREG gegrond is.

Europa vraagt aan de lidstaten dat de energieregulatoren autonoom moeten kunnen werken. Bovendien mag een overheid enkel abstracte richtsnoeren meegeven, maar geen duidelijke concrete instructies.  Een richtsnoer bepaalt de richting hoe een tarief er moet uit zien. Dit is ook logisch, want een bepaald tarief moet een draagvlak hebben bij de verbruikers en vooral : een tarief werkt sturend, het kan een invloed hebben op het beleid rond hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Op basis van deze richtsnoeren kan dan de regulator een methodologie opstellen, die dan door de distributienetbeheerders omgezet in tariefvoorstellen. Deze tariefvoorstellen worden dan goed- of afgekeurd door de regulator.  Deze werkmethode wordt ook toegepast in de naburige landen.  Met andere woorden dit tast niet de autonomie aan.

Bovendien vraagt de VREG, op basis van het onafhankelijkheidsprincipe, om de openbare dienstverplichtingen uit het tarief te halen. Echter is dit op deze korte termijn niet mogelijk, en wel omwille van het feit dat voor de saldi (ongeveer de helft van de huidige schuld van 1,8 miljard €) de schulden wel zijn aangegaan door de distributienetbeheerders.  Met andere woorden deze saldi uit het verleden kunnen niet anders dan verrekend te worden in het tarief. De enige discussie die er nog is, is wat is het juiste cijfer en over  welke periode men die schulden wil afschrijven. In de vorige legislatuur heeft voormalig minister Vandelanotte de bevriezing van de tarieven ingevoerd. Dit was een politieke beslissing, die omgezet werd door de CREG in vastgezette tarieven. Nu moet ook het beleid kunnen bepalen op welke termijn men de schulden wil afschrijven, zodat de regulator zijn tariefmethodologie kan afwerken.  Ook dit feit tast de autonomie van de VREG niet aan.

Omwille van de bijkomende taak omtrent de tarieven voor de Vlaamse Regulator is het wel nodig om de structuur van de VREG te hervormen. Juist om meer zekerheid in te bouwen omtrent de autonome werking van de regulator. Zoals in de naburige landen, is het beter dat de VREG onder toezicht en controle valt van het Vlaams Parlement, en niet onder toezicht en controle van de Vlaamse Regering.  De RvB zou moeten hervormd worden naar een raad van onafhankelijk deskundigen om het bedrijf VREG te runnen, zij waken over de goede werking en de inhoudelijke visie.  Het directiecomité is de operationele uitvoerder van de beslissingen genomen door de Raad van Bestuur. Ten slotte zou er een afspraak moeten zijn dat de VREG op regelmatige basis een stakeholders overleg organiseert en zo de nodige tijd neemt om te consulteren. Met deze maatregelen zal de autonomie en de onafhankelijkheid wel versterkt worden, maar ook de transparantie verbeteren en de operationele werking versterkt.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is