U bent hier
Vlaamse KMO’s ontvangen amper Europese subsidies, maar worden in Vlaanderen goed omkaderd
In de commissie economie van 12 februari 2015 gingen we verder in op het feit dat Vlaamse KMO’s weinig intekenen op Europese innovatiesubsidies. Uit een analyse van de gunningen in het kader van het Europees subsidieprogramma voor innovatie, Horizon 2020, stellen we vast dat Vlaanderen en België niet aan bod komen.
Dat KMO’s moeilijk hun weg vinden naar subsidiëring is niet nieuw. Daar zijn al veel rapporten over geschreven. Het tweede rapport Soete (2012) over innovatie in Vlaanderen concludeerde dat Vlaamse KMO’s nog te weinig innoveren. Daarvoor haalde men 3 redenen aan: KMO’s vinden de weg niet naar het innovatieve instrumentarium, de administratieve last is te hoog en men is niet geïnteresseerd in het belang van innovatie.
De slaagkans om een project in het kader van Horizon 2020 goedgekeurd te krijgen, is slechts 6,2%. Minister Muyters situeerde dat de Vlaamse KMO’s dan ook opteren voor een Vlaamse ondersteuning van hun projecten. De drempel daarvoor is veel lager. Dit betekent dat de KMO’s in Vlaanderen goed omkaderd worden. Dat sluit aan bij de visie van de Vlaamse regering en het ondersteuningsbeleid van de minister.
Minister Muyters engageerde zich in zijn beleidsnota om dit aan te pakken. Het is een goede zaak dat de minister in een overleg met de betrokken actoren de evaluatie zal maken en samen naar oplossingen zal zoeken. De samenvoeging van het Agentschap Ondernemen en IWT creëren extra mogelijkheden om hierop in te spelen.
Ten slotte suggereerde ik om de goede praktijken beter uit te spelen. Bij veel KMO’s leeft immers de perceptie dat het quasi onmogelijk is om succesvol in te tekenen op een Europese opdracht. Succesvolle voorbeelden zijn inspirerend en motiverend. Tevens kunnen ook de stakeholders hun steentje bijdragen om de KMO’s te motiveren en te ondersteunen.