U bent hier
Klimaat en Energie voor de Toekomst

Ook al voldoen de meeste recente gebouwen aan alle mogelijke normen, ons totaal patrimonium renoveren blijft een grote uitdaging. Ook al is het aantal huishoudens in diezelfde periode gestegen met 14%, zijn sinds 2005 in de residentiële sector de broeikasgasemissies met 26% gedaald. Maar de grootste uitdaging blijft de bestaande woningmarkt. Slechts 6,8% van de huidige woningen voldoen aan het label “klimaatneutraal”. Maar dat betekent dat nog 2,9 miljoen woonéénheden moet evolueren naar de klimaatdoelstelling van 2050, of: ieder jaar moeten 100.000 woonéénheden evolueren naar de lange termijndoelstelling 2050.
En ja, de huidige Vlaamse regering doet heel wat inspanningen om de gebruikers te sensibiliseren, om hun woningen zuiniger te maken of via een aantal éénvoudige maatregelen het verbruik te verminderen. De oorlog in Oekraïne, gecombineerd met de dure energieprijzen, heeft in elk geval veel gezinnen wakker geschud.
Maar de woning energie-efficiënter maken, gaat niet enkel over isolatie – betere beglazing, maar ook over de manier waarop een woning opgewarmd wordt, de manier waarop bv sanitair warm water wordt aangemaakt. En om uw woning klimaatvriendelijk te maken, kan dit alles nog eens gecombineerd worden met bv een PV-installatie met eventueel batterij en/of een zonne-collector.
Afhankelijk van het type project nieuwbouw en grondige energierenovaties, is er ondertussen beslist dat reeds of tenminste in de nabije toekomst men geen aansluiting meer kan krijgen op aardgas. Deze eigenaars kiezen ook heel duidelijk voor warmtepompen.
Maar wat doen we met de ander 2,9 miljoen woonéénheden? Meer warmtenetten kan in de toekomst een deel van de oplossing zijn. De productie van warmte gebeurt dan centraal, en verschillende technieken zijn hiervoor beschikbaar. Injectie van biomethaan-biogas gebeurt nu al, en zal in de toekomst aan belang winnen. Het grote voordeel is dat men de binnen-installatie kan behouden. Maar is waterstof (groene bij voorkeur) ook een oplossing? Volgens de techniekers is een beperkte menging van 5 tot 10% mogelijk in het bestaande distributienet. Maar waterstof zal vooral ingezet worden voor die processen die niet kunnen geëlektrificeerd worden. Vermoedelijk kunnen wel kleinere lokale waterstofnetten uitgebouwd worden, maar veel meer dan dit – en met de huidige gekende technologie – zal het niet worden. Of gaan we toch meer naar elektrificatie en denken we dan aan hybride installaties? Dit biedt op de vervangmarkt zeker mogelijkheden. Maar de aanschafprijs is nog duur, en de kWh elektriciteitsprijs is dit ook. En er leeft een terechte vraag vanuit de consument: is er voldoende geschoold personeel beschikbaar – kunnen warmtepompfabrikanten de productie volgen?
De toekomst zal een “en” “en” verhaal zijn!