In de pers: 'Oppositie hakt in op Turtelboom, maar sp.a deelt in de klappen'

Door Andries Gryffroy op 23 oktober 2015, over deze onderwerpen: Energie

In het Vlaams parlement hakte de oppositie deze week hard in op Vlaams energieminister Annemie Turtelboom (VLD) en de nieuwe energietaks die intussen haar naam draagt. Vlaams Belang en Groen konden naar hartelust hun kritiek op haar afvuren, maar bij de sp.a, die zelf jarenlang de minister van energie –en federaal die van consumentenzaken leverde, ketste er heel wat munitie terug.

Turtelboom kon wel genieten van de respectievelijk principïële en gedetailleerde ruggensteun van de N-VA-ers Geert Bourgeois –met zijn gewicht als minister-president– en Andries Gryffroy, maar had blijkbaar vooraf onvoldoende de violen gelijkgestemd met haar eigen VLD-fractieleider Bart Somers. De cijfers van beide liberale politici stemden niet overeen en Groen-fractieleider Björn Rzoska liet die open kans tot scoren niet liggen.

Opening in verdediging afgestraft

Turtelboom ontkende dat huishoudens in verhouding meer moeten bijdragen dan bedrijven: "Vroeger betaalden de bedrijven 43% en de gezinnen 57%. Vandaag is die verhouding 50-50." Somers haalde zijn cijfers "uit De Standaard". "Van de 492 miljoen euro die voor de stroomtaks moet worden betaald, komt EUR 260 mln van de bedrijven en EUR 222 mln van de gezinnen", aldus Somers. "De verhouding is dus nog groter dan wat minister Turtelboom zei: 53%procent van alle ontvangsten van de stroomtaks komt van bedrijven en ondernemingen", gooide hij de wiskundige flank van zijn minister open. "U hebt blijkbaar de cijfers van De Standaard nodig om te weten hoe het juist in elkaar zit", grapte Rzoska tegenover Somers. "U had misschien de cijfers bij uw minister kunnen opvragen. Maar het blijkt soms moeilijk te zijn, als zij cijfers moet geven."

Gryffroy kwam zijn blauwe coalitiepartners te hulp en zette de puntjes op de i. "Alle niet-netkosten staan nu voor 74% in functie van de dienstverplichtingen voor de gezinnen. Van de kosten voor groene stroom betaalden de gezinnen vroeger 57% en 43% de bedrijven 43%. Van alle kosten die nu bijkomend doorgerekend worden wordt 50% doorgerekend aan de gezinnen en 50% aan de bedrijven. Hierdoor zal de verhouding 57/43% iets dalen ten voordele van de gezinnen. Bijna 70% van de bedrijven betaalt een heffing die per MWh vergelijkbaar is met wat gezinnen betalen. 95% van de bedrijven betaalt minstens de helft van wat de gezinnen betalen. "

Bourgeois verdedigt energieconsumerende bedrijven

Geert Bourgeois stelde duidelijk dat hij de engagementen uit het verleden (zoals de twintigjarige steun via groenestroomcertificaten), die nog tot diep in de jaren twintig financiële gevolgen zullen dragen, niet wil afschudden. "Ik hoor over zaken die totaal door elkaar worden gehaald: de certificaten uit het verleden en de heffing nu. Deze regering heeft gekozen voor pacta sunt servanda, zowel voor privépersonen als voor bedrijven. Voor de rechtszekerheid veranderen we daar niets aan." Met de heffing wil zijn regering "absoluut vermijden dat we onze industrie, die zorgt voor welvaart en jobs, hier wegbelasten. We zijn de duurste voor energie van de buurlanden. 1.000 GWh kost in Vlaanderen EUR 1,4 mln, in Duitsland EUR 1 mln, in Nederland EUR 1,2 mln, in Frankrijk EUR 627.000. 250 GWH kost in Vlaanderen EUR 1,2 mln, in Duitsland EUR 1 mln, in Nederland EUR 300.000, in Frankrijk EUR 627.000." Wallonië en Brussel vernoemde hij echter niet. "Wie nu zegt dat we de industrie meer moeten belasten, moet goed weten waar we mee bezig zijn. Dan kijkt u enkel naar Vlaanderen en vergeet dat we in een competitief Europa leven."

Bron: Energeia.be - Koen Mortelmans

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is